POLITIEKE FILOSOFIE NEEMT WESTERSE DEMOCRATIE ONDER DE LOEP door Prof.Dr. S.W. COUWENBERG op Von Laun-lezing November 2005
(Novopress) Leeuwarden - 'Niet het rechts-radicalisme is het gevaarlijkste voor de westerse democratie, maar de innerlijke uitholling van de principes van democratie'. Dat zei prof. dr. S. W. Couwenberg november 2005 in Leeuwarden, op de Von Laun-lezing 2005. De oud-hoogleraar bestuursrecht omschreef die uitholling als de behartiging van deelbelangen in gesloten circuits van belangengroepen, ambtenaren en fractiespecialisten.
Infrastructurele werken als de hogesnelheidstrein en de Betuweroute zijn voorbeelden van die uitholling van de democratie. In dergelijke gevallen is er geen sprake van democratische besluitvorming zonder last en met het algemene belang als richtsnoer.
Het begrip algemeen belang, dat in de theorie van de democratie van grote betekenis is, is de laatste decennia vervallen tot een leeg begrip, dat naar believen wordt gebruikt door de machthebbers. Daardoor komt het begrip corruptie in de lucht te hangen; er is sprake van corruptie als het bijzondere belang (van politieke partijen en/of bijvoorbeeld ondernemers) wordt gediend door openbare ambten, die het algemeen belang dienen. Maar als dat algemeen belang feitelijk een leeg begrip is geworden, komt corruptie niet als zodanig te voorschijn.
De oud-hoogleraar Couwenberg bepleitte (her)waardering voor het yak van de politieke filosofie. Dat is niet populair; in de politiek gaat het vooral om belangen op korte termijn en filosofie heeft meer tijd nodig. Ondanks de praktijk van de korte termijn, blijken uiteindelijk politieke fiIosofieën door hun langere adem meer invloed te hebben dan politieke actie. Theorievorming vormt een kader waarmee politieke ontwikkelingen kunnen worden geduid. Zo heeft J. A. Schumpeter (1883-1950) geanalyseerd dat verkiezingen er niet zijn om de volkswil tot uitdrukking te brengen, maar dienen om een geweldloze circulatie van elites te waarborgen. Verkiezingen functioneren zo gezien vooral om de eliteheerschappij (van een kleine groep) democratisch te rechtvaardigen.
Couwenberg hield de laatste Von Laun lezing die in Leeuwarden wordt gehouden. Het Von Laun Instituut, met dr. J. Buve als directeur, verhuist naar Deventer. Daar poogt het academisch onderwijs en onderzoek in te richten.
De lezing van Couwenberg, directeur van Civis Mundi, houdt ons scherp en zet ons weer met beide benen op de grond. Daarom willen wij u deze uitermate interessante en belangrijke lezing niet onthouden.
Novopress Nederland
VON LAUN LEZING 2005
POLITIEKE FILOSOFIE EN WESTERSE DEMOCRATIE door Prof.Dr. S.W. Couwenberg
1. Politieke filosofie als vorm van politieke actie
De Duitse politieke theoreticus H. Krüger vroeg zich na een veertig jarige arbeid op het terrein van politieke en constitutionele theorie in gemoede af of al die arbeid wel van praktisch nut geweest was. Zo groot en vaak verderfelijk als de invloed van politieke ideologieën geweest is, zo gering is die van politieke en constitutionele theorie, zo merkte hij mistroostig op. Dat pessimisme overvalt ieder wel eens die zich met theoretische arbeid bezighoudt. Over het praktisch politieke nut van politieke filosofie en theorie ben ik niettemin niet zo pessimistisch, al moet je daarbij wel op langere termijn denken.
Een theoreticus is iemand die theoretisch bezig is zonder rekening te houden met de praktijk, zo omschrijft Van Dale dit mensentype, daarmee een bekend vooroordeel bevestigend. En dat vooroordeel tiert welig in dit land met een zwakke theoretische traditie. Die theoretische zwakte komt niet alleen tot uiting in het politieke denken maar vaak ook in de wetenschapsbeoefening waarin we bij voorkeur aanleunen tegen door buitenlandse wetenschappers ontwikkelde theorieën. Geen wonder dat in dit theoretisch en filosofisch weinig begaafde land politieke filosofie en theorie geen hoge ogen gooien en soms zelfs op denigrerende toon bejegend worden.. Wat politieke filosofen te zeggen hebben, zo merkte bijvoorbeeld Elsevier-redacteur G. van der List eens op, is of irreëel en onpraktisch of te herleiden tot simpele volkswijsheden of ideeën die iedereen met gezond verstand bedenken kan. Politieke filosofie, beweerde op zijn buurt de liberale politicus Frits Bolkestein , loopt altijd achter op de geschiedenis en de politieke ontwikkelingen. Hun lessen – doorgaans uitblinkend in academische geleerdheid – komen meestal als het te laat is, als zij dus door de geschiedenis achterhaald zijn, meent hij. Hij illustreert dat aan de hand van het werk van de Amerikaanse filosoof van de sociale rechts- of verzorgingsstaat John Rawls. Diens rechtvaardigheidstheorie is echter allerminst achterhaald. Wat achterhaald is, is de wijze waarop die rechtvaardigheidstheorie operationeel gemaakt is in de naoorlogse sociale rechtsstaat als politiek compromis tussen liberale en sociaaldemocratische uitgangspunten. Die dient aangepast te worden met het oog op veranderende omstandigheden (vergrijzing en globalisering), maar ook omdat hij inmiddels te bureaucratisch functioneert, teveel passiviteit stimuleert en ook onbetaalbaar dreigt te worden. En dat is de laatste jaren overal in Europa een belangrijk punt van politieke discussie en strijd geworden. De rechtvaardigheidstheorie van Rawls is ook in die zin beslist niet achterhaald, dat zij een goed onderbouwde basis biedt voor relevante maatschappijkritiek, bijvoorbeeld op de excessieve loonstijging en zelfverrijking van topbestuurders in het bedrijfsleven en de semi-publieke sector. Die is niet zozeer te danken aan eigen verdiensten die tevens de hele samenleving, in het bijzonder de minder bedeelden, ten goede komen, zoals de theorie van Rawls impliceert, maar aan machtsposities waar onvoldoende maatschappelijke controle op uitgeoefend wordt. De veel geprezen tucht van de markt blijkt onmiskenbaar tekort te schieten als het er om gaat misbruik van dergelijke machtsposities tegen te gaan.
Meer lezen »